Wie graag kopje onder gaat in een tsunami van verhalen, moet zich snel naar de boekhandel reppen voor de nieuwe Peter Verhelst, Huis van de aanrakingen. 'Begeerte is mijn brandstof.'
Eerst een boodschap van algemeen nut: wie in onderstaand interview de korte inhoud van Huis van de aanrakingen hoopt aan te treffen, kan de bladzijde beter meteen omslaan. Dit wordt niks, schrijver Peter Verhelst behoort niet tot uw literaire bloedgroep: hij marchandeert in verhalenorgieën en sprookjesbordelen; romans met een begin, een midden en een slot kent hij enkel van horen zeggen. Wie gebrek aan rechtlijnigheid juist een voordeel vindt en graag kopje onder gaat in een tsunami van verhalen, moet zich nú naar de boekhandel reppen. Afijn, na dit stuk te hebben gelezen, natuurlijk. Over een roman die er geen is.
Huis van de aanrakingen is, net zoals Verhelsts veelgeprezen Tongkat, een wervelstroom van verhalen. Logisch, zo vindt de auteur: 'Ik heb maar één hoofd, daar ontspruiten nu eenmaal eenzelfde soort boeken.' Toch is het anders, dit Huis. Het is warm en menselijk en daardoor meer verwant aan zijn jeugdboek Het geheim van de keel van de nachtegaal dan aan, laat ons zeggen, Zwerm. 'Hét bindmiddel van deze roman', aldus Verhelst, 'is het verlangen naar een mogelijk paradijs. Alle personages hebben een droom, of zij nu in het New York van vandaag wonen of in het India van 1633.'
Het meest in het oog springende personage is 'Tomoko Kidman, 26. Kinderloos. Ongetrouwd.' Zij is een Amerikaanse archeologe van Japanse afkomst die in het verleden graaft om de brokstukken van haar identiteit te vinden. 'Wij die qua ras niet verbrokkeld zijn, hebben al de grootste moeite een glimp van onszelf te zien, laat staan dat een hybride wezen als Tomoko het kan.'
'Met elke beweging die Tomoko maakt, probeert ze zichzelf te boetseren', schrijft Verhelst. Daarom ook reconstrueert zij scherven. Verhelst doet hetzelfde: zijn roman is een reconstructie van scherven. Vraag is alleen wat er gereconstrueerd wordt. 'In deze onzekere tijd, die men een tijd zonder grote verhalen noemt, zie je hoe iedereen verwoed dingen tracht te reconstrueren die er nooit zijn geweest. Zo tref je in boekhandels tal van boeken aan over de nostalgie naar een nooit gekende tijd. Ze moeten houvast bieden, beloven dat vazen kunnen worden gelijmd, maar gelukkig voor mij zullen gelijmde brokken telkens nieuwe vormen krijgen. Alles is constant in beweging, het heeft geen zin te verlangen naar een vaas die er ooit was. Dat is natuurlijk een oosterse gedachte, want hier tegenover staat onze westerse idee dat alles altijd te vatten is. Dat is onjuist: het heelal ontglipt ons, het is een alfabet dat zich telkens anders laat lezen en dat is maar goed ook.'
Tomoko is archeologe geworden om architectuur te begrijpen, meer bepaald de constructies van beton, licht, wind en water van Tadao Ando. Vervang beton door taal en je weet wat Verhelst heeft gebouwd: een roman die het Huis van de aanrakingen is, een uit licht en de elementen opgetrokken constructie. Want net zoals Ando The Row House heeft gebouwd, waarin de bewoners door de regen naar de slaapkamer moeten, nodigt ook Verhelst de lezer uit om door de regen te stappen. 'Een uitnodiging, dat is het inderdaad. Weet je, ik vind dat een roman alles zou moeten mogen zijn, maar de roman die in één ruk moet worden gelezen is niet de mijne. Ook niet die van Haruki Murakami, om een voorbeeld te noemen. Mijn dierbaarste boeken zijn nooit uitgelezen. Ik draag ze mee, sla ze geregeld open en weer dicht. Zelf droom ik ervan dat mijn boeken verweven geraken met de blik van de lezer, dat ze worden herlezen en telkens anders begrepen worden. Dat klinkt belachelijk, maar zo is het.'
Elkanders verdriet
'Een constructie van licht, beton en water', het is ook de definitie die Tomoko geeft aan haar verdriet, een term waarrond in het Westen veel misverstand bestaat. 'Wij associëren verdriet met iets negatiefs, terwijl het net ook heel rijk en vol is. Vergelijk het met wat men in India synia noemt oftewel nul. Wij zeggen: vermenigvuldig iets met nul en je krijgt nul. Zij zeggen: deel iets door nul en je krijgt iets oneindigs. Met dat India voel ik een heftige verwantschap, al blijf ik natuurlijk een westerling die kijkt met de ogen van een kolonisator.' Plato verbeeldt ons verdriet als volgt: omdat we ooit vierarmige en -benige wezens waren die Zeus doormidden heeft gesneden, zijn we elkanders verdriet. We zijn op zoek naar elkaar, naar de genezing van dat verdriet. 'Zelfs als we samensmelten, blijft er een onvolkomenheid, want het resultaat blijft een vaas met een klein gat in. Dat is wat de geliefde kan zijn: de gedaante in de vorm van dat gat. Daarom kiezen we voor die ene geliefde, opdat het verdriet niet langer alleen maar verdriet zou zijn. Opdat we ons heel even heel kunnen voelen.'
Nu pas, na millennia kent verdriet zijn ware naam, schrijft Verhelst nog. Hij bedoelt het politiek. 'Er is een enorm verdriet in de wereld geslopen. Ooit waren onze grote monumenten, zoals de Taj Mahal of de Twin Towers, verheerlijkingen van macht en liefde. Nu zijn dit monumenten van verdriet geworden. De banken stuiken ineen en alles waar onze westerse maatschappij op is gebaseerd, brokkelt af. Wij noemen dat verdriet, terwijl het veeleer een natuurlijke gang van zaken is.' Wij doen aan wat een van de personages 'gesofisticeerde vormen van zelfmedelijden' noemt, niet te vergelijken met de natuurlijke angsten waaronder de preneurotische mens gebukt ging. 'Wij zijn zielige, neurotische wezens en natuurlijk gaat mijn roman daar niets aan veranderen, maar het wordt wel tijd dat we verder kijken dan onze navel van verdriet. Er zijn heus andere mogelijkheden en ik bedoel niet met wierookstokjes.'
Geen paniek dus: Huis van de aanrakingen geurt niet naar patchoeli. Wel reikt Verhelst ons vrolijk tips aan die hij op zijn beurt uit de Diamant Sutra, een soort van hoe-word-ik-zen-gids, heeft geplukt. Ik citeer: 'Wees wendbaar als water. Alleen wie constant van vorm verandert, is ongrijpbaar.' Verhelst moet erom grinniken. 'Je gaat naar een psychiater, hij geeft je dit advies, je zegt "dank je", waarna je verwoed probeert om wendbaar als water te worden. Het resultaat is dat je in een ziekenhuis eindigt met een verkrampte rug. Ze kunnen me wat met hun "wees wendbaar als water", maar tegelijkertijd houd ik geweldig veel van dat soort formuleringen. Zen zal ik nooit worden, omdat begeerte mijn brandstof blijft, het verlangen nieuwe dingen te vinden.' Tegelijkertijd staan in diezelfde Diamant Sutra vier regels die voor Verhelst de hele wereld in woorden vatten.
Een ster in de ochtend, een luchtbel in de stroom,
Een bliksemschicht in een zomerwolk,
Een flikkerend lampje, een schijngestalte en een droom:
Zo moeten we over deze vlietende wereld denken.
'Dit vers is bedoeld als ode aan mijn buurman, die het op zijn doodsprentje had staan. Ik was ontroerd toen zijn vrouw me vertelde hoe hij na een kort ziekbed volledig tot rust was gekomen. In niets immers verschillen Oost en West meer dan in hun opvatting over de dood. Ondanks de vrij geniale en perfide uitvinding door het katholicisme van een hemel, blijven wij ons verzetten tegen de dood, terwijl men haar in het Oosten als een onderdeel van het leven ziet.' Verhelst vindt dat indrukwekkend, maar geeft toe er ook zelf nog niet helemaal in te slagen de dood aldus te benaderen. 'Natuurlijk droom ik ervan glimlachend dood te gaan - die kans zit er ook in - maar het zit niet in onze genen. Deze vier regels leggen de futiliteit bloot van wat wij belangrijk vinden. Dit boek probeert van losse scherven een labiele constructie te maken die even een nieuw licht werpt om daarna weer te worden afgebroken. Even kunnen we naar het wonder kijken, zoiets wil ik met dit boek. Het ontroerendste wat ik ooit heb gezien, waren al die mensen die reikhalzend naar de zonsverduistering keken, hun gezichten omhoog, alsof ze van binnenuit werden verlicht. Precies dit ambieer ik bij het schrijven: onderdeel worden van een stofje dat de atmosfeer binnen dwarrelt en weer verdwijnt. Heel even de willekeur overwinnen.'
Thuis is waar het hart is
Naast Tomoko voert Verhelst nog tal van andere fascinerende personages op voor wie het jaar 1633 'het jaar van de waarheid' was. Galileo Galilei werd dat jaar gedwongen te verklaren dat de zon om de aarde draait en de Franse juwelenhandelaar Jean-Baptiste Tavernier ging op zoek naar een levende diamant. Ook voor Yi Sampyong en Geisha Ko Itten was het een scharnierjaar: de een werd uit Korea naar Japan ontvoerd om er porseleinen vazen te maken, de ander trok van Japan naar India. Elk zijn zoektocht dus met als uiteindelijke bestemming 'de ander die de vorm heeft van het gat in onze ziel'. Verhelst knikt: 'Laten we daar alsjeblief niet lullig over doen: allemaal zijn we op zoek naar een plek, of die nu de vorm heeft van een vent, een vrouw of een of andere tussenvorm. Home is where the heart is. Zo kwam Tavernier thuis in India, omdat hij er zijn hart verloor aan Sita, een veelbenig wezen van wie hij slechts een glimp opving. Zijn plek was een onvervuld verlangen, maar voor hem was dat zijn huis.'
Er moeten, met andere woorden, soms grote omzwervingen worden gemaakt. Verhelst sleurt de lezer mee van New York naar Jordanië, van Turkije naar Japan, en verder. Hij blijft tenslotte dat kind dat dolgraag over atlassen en encyclopedieën hing, alleen heten die tegenwoordig Google en Google Earth. 'Het grote voordeel van internet is dat het zo onbetrouwbaar is. Van alles wat je opzoekt, is het correcte antwoord het minst interessante. Het is de afval die mij naar onvoorziene plaatsen sleept en mijn verbeelding laat knallen. Er is nog een voordeel: ik kan vanachter mijn pc in India zijn.' Of beter nog, via de taal in India zijn? 'Dat probeer ik, ja. Als ik over India schrijf, zou mijn taal India moeten worden, als ik over Japan schrijf, zou ze Japan moet worden.' Om de taal, daar draait dit bloedmooie boek tenslotte om. Verhelst voert Galilei niet op omdat hij zo'n groot wiskundetalent is. Wat hem boeit, is de poëzie die uit het niet-begrijpen voortvloeit. Dat is zijn doel: 'de leemtes opvullen met beelden, verlangens en taal'.
Bordeel
Leemtes, het verklaart ook de rol die de Griekse dichteres Sappho inneemt. 'Van Sappho zijn slechts enkele, niet eens spectaculaire brokken poëzie overgebleven, maar precies hierdoor is zij onsterfelijk: door hetgeen ontbreekt. Het zijn de leemtes die onze verbeelding op hol doen slaan. Van brokken maken wij tempels, kathedralen en bordelen.' Verheffen wij gemis tot schoonheid? 'Kijk, vroeger moest het goede samenvallen met het schone, maar nu is veel kunst net ontwrichtend. Tegelijkertijd zijn de eerste kiemen naar helende, schoonheid biedende kunst weer zichtbaar en dat wilde ik in dit boek ook zelf aanreiken. Het is een moeilijke evenwichtsoefening, want voor je het weet ben je - God, spaar me daarvan - een of andere melige vaandeldrager. Maar ik denk dan aan de muziek van Pergolesi. Ik heb niets met de God die hij bezingt, maar nog altijd treft zijn verlangen naar het ongeschondene mij als een voorhamer.'
Hoeft het nog herhaald? Huis van de aanrakingen is geen rechttoe, rechtaan roman, het is een ode aan het leven. De lezer vindt het Huis trouwens op nummer 1633: 'het huis van de blikken die kleren opensnijden, als een vingernagel van je borst tot aan je navel'. Het is dus een sprookjesbordeel, alweer. 'Tja, zo kijk ik nu eenmaal. Het menselijke lichaam en de manier waarop mensen kijken zijn mijn studiemateriaal. Op de trein kijk ik naar die ene persoon die in gedachten verzonken zit. Het gaat dus niet alleen over sensualiteit, maar ook over een manier van kijken, denken en leven.' Verhelst wil geen - 'God, neen!' - mensen bekeren. Wel geeft hij ons nog graag een laatste tip uit de Diamant Sutra: concentratie, het is een van de manieren om tot dat ene woord te komen: licht. 'Je kan een kachel openen en daar hout in smijten, maar je kan het hout ook, hou je vast, begrijpen. Oosters gezwam, juist, maar ik vind dat wel een ongelooflijke manier van leven. Concentratie is de toewijding waarmee je de dingen betast, zo simpel is het.'
DE AUTEUR: Peter Verhelst (1962) is dichter, romanschrijver, toneelauteur.
HET BOEK: een roman die er geen is, een sprookjesbordeel.
ONS OORDEEL: een bloedmooi boek.
Hide text